Opendeurdag op zaterdag 24 januari 2026

HET IS ALLEMAAL SHOW

BLOG

Het is allemaal show

We doen allemaal alsof, om sterk of succesvol over te komen, maar daardoor verliezen we onszelf. Ik ontdekte hoe mijn oude patronen echte verbinding in de weg stonden en leerde verantwoordelijkheid nemen voor mijn eigen groei.

We doen allemaal alsof.

Niet enkel online op de socials — daar ook, ja — maar vooral in het echte leven.
We performen.
We tonen wat we denken dat anderen willen zien.
We proberen sterk, slim, succesvol of zorgeloos over te komen.

Jij misschien niet, dus ik zal vooral voor mezelf spreken.

Mijn grootste show

Op papier loopt mijn leven goed.
Ik hou van mijn werk, ik voel me gezond, ik ben omringd door fijne mensen.
Maar één gebied is al jaren een struggle bij mij.

Relaties 😱​

Als ik eerlijk ben, is het al een brokkenparcours geweest.
Twee kinderen bij twee verschillende vrouwen, en recent nog een breuk.

“OK universe, je hebt mijn aandacht.”
(The Universe: “Jesus Christ, eindelijk!”)

Er komt een moment waarop je niet meer kan doen alsof het allemaal pech is. Dat je moet toegeven dat je je eigen shit aan het creëren bent.

Ik begon te zien hoe ik in relaties dingen deed die me weghielden van echte nabijheid: controle houden uit onzekerheid, mezelf verstoppen in mijn werk, de redelijke redenaar uithangen in plaats van mijn gevoelens te tonen, wrokkig afstand nemen als ik me niet gezien voelde…

Allemaal uitingen van een onveilig gehecht, klein kind in mij dat zich niet gezien voelde en dat het stuur van mij overnam.

Zoals relatietherapeut Terry Real pleegt te zeggen:
You marry your unfinished business.

Elke vrouw waarmee ik samenwas, was een uitnodiging om mijzelf te helen. Elke breuk een gemiste kans.
Ik viel op vrouwen die ik kon “fiksen”, of op vrouwen die nooit echt voor mij zouden kiezen. Omdat dat veilig en bekend voelde, daarmee was ik opgegroeid.

Het is 100% aan mij

Lange tijd zei ik na een breuk tegen mezelf (en al wie het wilde horen): we creëerden het samen.

Wat achteraf gezien een nette manier was om te zeggen: het is niet (helemaal) mijn schuld, dus ik hoef er niets aan te doen.

Maar zelfs al creëer je iets samen, het blijft aan mij om iets te veranderen als ik het anders wil. Pas toen ik écht toegaf dat ik mijn eigen relatieproblemen veroorzaakte, ging de deur naar groei open.

Dus besliste ik om de volle verantwoordelijkheid te nemen, ook al voelde dat onrechtvaardig in het verhaal waarin ik gelijk had en waarin ik mijn best had gedaan etc. Ook al voelde het als verliezen, de zwakkeling zijn.

Want mijn parcours is misschien niet fantastisch geweest, één ding kan ik: naar mijzelf kijken en stappen zetten.

Nu lees ik boeken, doe oefeningen, volg therapie, coaching, lichaamswerk. Niet om mijn relatie te redden, maar om mijn eigen patronen vrij te masseren zodat ik oprechter lief kan hebben, met minder instinctieve verdediging.

Ik heb al prachtige dingen geleerd over relaties, over man zijn… en ik heb nog een hele weg te gaan. Het voelt alleszins goed om erop te committen, om er een actieve focus van te maken.

Schaamte hield mij gevangen

Ik heb hier lang over gezwegen, en het voor mijzelf weggemoffeld.
Uit schaamte.

Want hoe geloofwaardig ben je als coach als je zelfs geen familie kan opbouwen en houden?
“Hij kan het zo goed uitleggen voor een ander, maar voor zichzelf kan hij het niet…”

Net die schaamte hield me gevangen. Die angst om veroordeeld te worden voor mijn mindere kanten zorgde ervoor dat ik het niet helder zag. Ik creëerde er een muur rond, defensiviteit verpakt in een mooie uitleg.

Door mijzelf te filteren, aan te passen, te vervormen om liefde te krijgen, zorgde ik dat ik de liefde waarnaar ik écht naar verlangde niet kon ontvangen.

Zoals in mijn muziekcarrière (hm), waar ik zo lang streefde naar de Grote Doorbraak, naar de aandacht van een gigantische onbekend Publiek. Daardoor keek ik boven de hoofden van mijn grootste fans, de harten die vlak voor mij op de eerste rij stonden te kloppen.

Een hartverscheurende metafoor voor onvervulbare liefde, een bodemloze put bevestigingsdrang. Ik wist dat wel, maar pas onlangs drong goed tot me door hoe diep het zat.

Genoeg.

Ik ben coach geworden omdat ik mij jarenlang klein en kapot voelde, en dat ik dat niet meer accepteerde.

In een eerste fase dacht ik dat ik mijzelf moest veranderen, dat er iets hersteld moest worden, een geruïneerde muur die netjes geplamuurd moest worden. Dat ik mezelf groter moest maken.

Maar dat bedekte enkel de wonde. Het afgewezen kleine kind nog dieper weggeduwd achter een steeds bontere façade.

Dat is waar onze hele samenleving zo ziek van is: die schone schijn waarin we blijven geloven en waarnaar we blijven streven, eindeloos en vruchteloos.

Nu belichaam ik steeds meer dat het niet gaat om perfect zijn. Perfectie is een gemakkelijke vlucht in abstracties, een afwijzing van onze chaotische binnenkant.

Het gaat om de schaduw en de verborgen kanten tonen, en dat is fucking rauw.

Jezelf nemen zoals je bent is een schurende confrontatie met je ergste angsten. Een donkere nacht vol monsters die je loutert en heelt, als je ze met ogen open durft aankijken en beseffen dat je naar jezelf kijkt.

Tijdens één van mijn sessies werkten we met delen. Daar verscheen één deel van mij, de Rat, een doortrapt schepsel, waar ik veel weerstand tegen had. Naarmate we ermee werkten en ik zelf de Rat werd, werd duidelijk dat die eigenlijk een soort verstoten bastaardzoon was, een vieze bedelaar van adelijke afkomst die zich omhoog probeerde te werken. En dan de zin die mij tot in het diepst van mijn ziel raakte: “Jij was altijd één van ons.”

Stop performing

Ik vond altijd dat ik wel al spontaan en vrij was, maar ik besefte hoe zelfbewust ik nog ben tijdens een festival in het buitenland deze zomer.

De nacht was jong, de muziek pompte, de lichtshow was adembenemend.

Rond mij stonden honderden mensen los te gaan. En ik… ik stond daar gespannen. Half in het ritme, half in mijn hoofd.

What the fuck?!” dacht ik. “Ik ken hier niemand. Niemand kijkt naar mij. Waarom kan ik me dan niet gewoon laten gaan?”

Toen popte er uit het niks een zin op in mij, als een stem die van aan de overkant van een gigantische lege hal rustig zei:
Stop performing.

Ik besefte dat er in mij een publiek zit.
Noem het de innerlijke criticus — de schaduw van een Ander die meekijkt.
Die stem die commentaar heeft op alles, op mij, op anderen.
Zoals die twee oude ventjes uit de Muppet Show, vanop hun balkon.

En dat ik ze voortdurend te vriend probeer te houden. Door cool te zijn, beheerst, verstandig, indrukwekkend. Alles behalve spontaan en ontspannen. Te bang om afgewezen te worden om ‘nee’ te zeggen tegen de veilige beperkingen die ze aanpraten.

Dat deel in mij dat zogezegd controle heeft, is eigenlijk gewoon bang. Een klein, gekwetst stukje dat niet alleen wil zijn. En ik heb het jarenlang de leiding laten nemen, mijn wijsheid laten overstemmen.
Toen ik dat besefte, daar in het midden van een dansende menigte met pompende beats, werd ik overspoeld door verdriet.

Verdriet om al die momenten waarop ik mezelf inhield in plaats van dwaas te dansen, voluit te voelen, te geven zonder rekenmachine.

Waarom we vluchten

Geen wonder dat we zo graag vluchten in afleiding, werk, controle, verontwaardiging. Het is gemakkelijker dan
dat ene bange deel van onszelf te voelen, laat staan te omarmen.

Liever luider praten of het negeren, dan met de spots recht in ons gezicht voor een lastige overvolle zaal te zeggen: “Er zijn delen van mijzelf die ik liever niet zie, laat staan toon.”

Jezelf zijn gaat niet zozeer over sterk vechten tegen belemmerende krachten, maar over zwak durven zijn wanneer je niet zeker bent dat het goed ontvangen zal worden.

Het masker laten vallen

Ik heb geen zin meer om dat schild op te houden.

Om mezelf te blijven filteren. Het is vermoeiend — een constante spierspanning in de ziel.

En zoals bij elke spanning besef je pas hoeveel energie het kostte wanneer het eindelijk loslaat. Wanneer je merkt dat je adem dieper gaat. Dat je weer durft lachen. Dat je beweegt op het ritme van je eigen hart.

Misschien is dat het echte werk van leven:
niet meer proberen indruk te maken,
maar gewoon aanwezig zijn.

Niet perfect.
Wel echt.

Dus eind goed, al goed?

Mocht ik een Amerikaans podcaster zijn misschien wel. Maar zoals een spier die al te lang gespannen heeft gestaan, gaat die niet zomaar even in ontspanning als je erover wrijft.

Van de minste stimulatie schiet ze vanzelf weer in kramp.

Maar ik blijf die woorden herhalen: ‘stop performing, stop performing’ en ik voel mijzelf telkens weer ontspannen – en opspannen – en ontspannen…

Met oefening wordt het steeds beter, maar ik kom van ver en ik ben er nog niet. Als een afkickend showbeest zie ik mezelf nog in het masker schieten.

De prijs van persoonlijke groei is eeuwige waakzaamheid.

Eerst deed ik het voor mijzelf, in stilte. Nu zeg ik het luidop, aan jou. Bedankt om te lezen/luisteren 🙏​

En jij?

Misschien herken je iets van jezelf in dit verhaal.

Misschien dans jij ook nog meer dan je lief is als een getraind aapje voor dat onverbiddelijke, onbevredigbare publiek in je hoofd.

Als dat zo is: weet dat je niet alleen bent.

En elke keer dat je even stopt met performen,
hoe kort ook,
komt er iets echts tevoorschijn.

Aan alle pleasers, perfectionisten, stoere guys, power ladies, flinke meisjes en brave jongens: stop performing.

Het is belangrijk, niet enkel voor jezelf. Hoe meer van ons het durven, hoe makkelijker het wordt voor de anderen om het ook te doen.