Summer School van 22 t.e.m. 27 juli 2024

BLOG

DOORBREEK DE LUS VAN PERFECTIONISME EN UITSTELGEDRAG

Doorbreek de lus van perfectionisme en uitstelgedrag

Veel mensen hebben last van perfectionisme, én tegelijk van uitstelgedrag. Wat is de link tussen de twee?

Het zal de uitstellers en perfectionisten onder ons (wie hoort daar niet af en toe eens bij?) niet vreemd in de oren klinken: je legt de druk op het resultaat zo hoog, dat het je begint te verlammen. De berg is zo hoog dat de moed je in de schoenen zinkt. En zelfs wanneer je er helemaal voor gaat, lijkt het niet snel genoeg vooruit te gaan.

Je geest begint dan uitwegen te zoeken. Even iets anders doen. Iets dat sneller en gemakkelijker een beloningsgevoel geeft. Emails, berichtje sturen, een taakje voor iemand anders doen… Zeker dat laatste is interessant: als dat je vaste ontsnapping wordt, begin je te pleasen en is het hek helemaal van de dam. Dan krijg je je eigen werk niet gedaan maar zorg je er wel voor dat anderen dat van hun gedaan krijgen. Aargghhh… Je weet dit ongetwijfeld allemaal al, en toch doe je het.

Neurologisch zou je kunnen zeggen dat het gemakkelijker is om uit te stellen en perfectionistisch te zijn. Het behoedt ons voor de druk van iets af te werken en voor te leggen aan anderen. Als het niet perfect is, lopen we het risico op afwijzing, kritiek, belachelijk gemaakt worden, teleurstelling (ook in onszelf), dalen in iemands achting… We houden onbewust liever vast aan wat we hebben, zelfs al is het negatief, dan vooruit te gaan in het onbekende. Een klassieke overlevingsreactie dus.

Troost je, zeer veel mensen ervaren dit probleem. We behandelen het daarom ook uitvoerig in de NLP opleidingen.

Hoe pak je het aan? Zoals altijd zit het antwoord in verschillende lagen. Wij geven er een aantal mee – en kijken uit naar jouw aanvullingen!

Stop de weerstand tegen weerstand

Waarom beginnen we er niet aan, zelfs al weten we wat te doen en is het zelfs ingepland? Nog maar een koffietje, nog even de mails… en niet veel later is de tijd voorbij en dringen andere dingen zich op. En zo gaat de tijd voorbij. ‘s Avonds zijn we kwaad op onszelf: ‘Verdorie toch, zo moeilijk is dat toch niet! Morgen beter!’ En dan doen we het weer niet.

Wat er gebeurt, is dat we toegeven aan onze weerstand. Op het moment dat we eraan zullen beginnen – of er zelfs nog maar aan denken – worden we overspoeld door een enorme tegenzin. Die tegenzin heeft allerlei goede argumenten en excuses waarom andere dingen eerst, en dit even niet…

Het is een vreemde dynamiek. Als we aan het resultaat denken, worden we super enthousiast. Hoe heerlijk zal het zijn om dat gedaan te hebben! Maar wanneer we eraan beginnen, is het een heel ander ding.

Dus wachten we tot we ‘het voelen’. De inspiratie, motivatie, helderheid, moed… om eraan te beginnen. Helaas voelen we die zaken maar af en toe. Meestal beginnen we het pas te voelen wanneer de deadline gevaarlijk nadert.

Wat gebeurt er? We voelen weerstand (om al die verschillende gevoelens samen te vatten) en laten die primeren op onze zin om het werk te doen, en gedaan te hebben. We laten ons eigenlijk doen door die weerstand.

Tegelijk weet je dat de weerstand meestal, eens je in de flow zit, vanzelf wegsmelt. Je moet dus gewoon door die eerste minuten raken tot je op gang bent gekomen.

Uitstelgedrag doorbreken

Hoe raak je door die weerstand?

  • Accepteer dat weerstand erbij hoort
    Alles dat de moeite is om te doen en ook wat spannend, zorgt voor weerstand. Zelfs als je iets al jaren doet, is er nog weerstand. Een acteur blijft zenuwachtig voor elke vertoning, een schrijver bij elk wit blad, een onderzoeker bij elk experiment. Het is dus geen signaal dat het niet juist zit – integendeel: het is het signaal dat er iets belangrijks op til is. Meer zelfs: er bestaat geen waardevol werk zonder weerstand.
  • Het is maar een gevoel. Een ander perspectief op weerstand is dat het een reactie van ons lichaam is om niet uit onze comfortzone te moeten komen. We blijven nu eenmaal liever op ons gemak, zelfs al verlangen we erg naar het resultaat – en zelfs het proces – van ons werk. Dat is een automatische lichamelijke reactie, niet meer dan dat. Het is geen stem van een innerlijk orakel die ons voor iets waarschuwt. Je hoeft er niet naar te luisteren. Je kan het wel voélen: waar zit het in je lijf? Hoe toont het zich? Wat gebeurt er wanneer je je héél bewust wordt van dat gevoel, en er rustig naartoe ademt? Vaak wordt het al een stuk minder.
  • Mental override
    Het heeft geen zin om te onderhandelen met weerstand. Je laat je erdoor doen, of niet. Hoe meer je ermee praat, hoe meer kans dat je plooit. Want je weerstand is niet voor rede vatbaar: het zal alles doen om je te overtuigen, maar is op zijn beurt niet te overtuigen. Je kan niet winnen door ermee te redetwisten. De beste manier om erdoor te breken is er niet op in te gaan, maar onmiddellijk erdoor. Je zet je eraan en begint eraan. Geen koffietje halen, geen toilet… Je stuurt het door en begint aan het volgende. Voor je het weet kan je je niet meer herinneren waarom je nu weer weerstand had.
  • Werk er 5 minuten aan (met een tijdsbank van uren)
    Wil het maar niet werken? Werk eens met een vaste timer. Maak het kort genoeg dat je het zeker haalt! Vaak trekt dat je door die eerste weerstand, en loop de tijd uit. Als de weerstand nog niet voorbij is, kan je stoppen en later nog eens een timer zetten.

En maak telkens minstens één belangrijke beslissing in elk blok. Veel projecten blijven hangen op beslissingen.

Meer weten? Lees zeker eens: The War of Art van Steven Pressfield

De kracht van tussentijdse versies

Als het eindresultaat zo goed moet zijn dat het je verlamt, is een tussentijdse eerste ruwe versie misschien al een goede eerste stap? Schrijf eens op wat je nu al weet en doe wat je nu al kan. Gebruik hier even de 80/20 regel: ga voor 80% (of misschien zelfs maar 50%) resultaat in 20% van de tijd.

Het is alsof je een lastig pad moet banen door een jungle: loop al even af wat je al hebt, en werk dat mooi af. Hak al eens een keer naar het volgende deel, zonder de nood om heel het pad af te hebben.

Bijvoorbeeld een presentatie of opleiding: schrijf op een blad een ruwe eerste schets van je indeling. Welke thema’s, welke oefeningen, welke volgorde…? Hoe zou het er kunnen uitzien, in één mogelijk scenario?

Bijvoorbeeld een lastige mail, naar een klant, collega, je baas… Schrijf even snel op wat je wil zeggen, ongefilterd. Losse flarden van je gedachten, onderbouwd of niet. Voor de veiligheid in een tekstbestand of op een blad, waar je het niet per ongeluk kan verzenden.

TIP: vanaf je voelt dat je vastloopt op een beslissing, kies voorlopig 1 ding of laat het even liggen. Alles waar je lang over moet nadenken, is voor later. Schrijf die dingen desnoods elders op, een ‘Open Vragen’-lijst, voor later.

Wat we hier doen is de grijze zone tussen ‘Niks’ en ‘Finaal’ begaanbaar maken. Een techniek die ook vaak in onze doorbraaktrajecten terugkomt. Merk de woorden ‘misschien’, ‘even’, ‘snel’, ‘voorlopig’, ‘los’, ‘ruwe schets’… op. Door die in je taal te steken, geef je jezelf toestemming om een minderwaardig resultaat neer te zetten – voorlopig.

Dat kan dan het beginpunt zijn van het afwerken. Want vaak blijkt dat die ruwe eerste basisversie al een stevige kern bevat van het eindresultaat. Het is de metafoor van het witte blad, en werken binnen beperkingen: het is makkelijker verder te werken aan iets, dan de eerste aanzet te geven. De eerste aanzet is zo bepalend en voelt daardoor gewichtiger, terwijl bij afwerking de richting en toon al gezet zijn. Maak de eerste aanzet minder zwaar, dan ben je voor je het weet al de puntjes op de i aan het zetten.

TIP: Werk je draft nog niet af, laat ze even liggen. Zoals Hemingway zei: ‘Never empty the well of your writing’. Stop ergens halverwege en doe iets helemaal anders. Je onbewuste werkt eraan verder, vaak krijg je allerlei extra ideeën terwijl je met iets anders bezig bent. Verzamel die ergens, en verwerk ze de volgende keer je naar je document kijkt.

Lees ook de blogpost ‘Hoe zet je intenties om in daden’

Scheid het scheppen van het schiften

Scheid het scheppen van het schiften

Het is het klassieke verhaal van schrale brainstormsessies. Alle ideeën zijn goed, tot de ideeën werkelijk beginnen te komen. ‘Nee, die gaan we niet opschrijven.’

Net zo loopt het bij ons vanbinnen. Waar onze innerlijke Schepper moeiteloos ideeën kan genereren, het ene al beter dan het andere, en eindeloos kan fantaseren, is onze innerlijke Schifter kritisch en selectief. Ze doen het gewoon niet goed aan één tafel, zoals een kunstenaar en zijn boekhouder. Je laat ze beter elk hun werk doen.

Dus wanneer je schept, is het contraproductief om al te schiften. Wie de neiging heeft tot perfectionisme, heeft een sterke Schifter. Als dat je basismodus wordt, durft je Schepper op den duur niet meer buitenkomen. Hoeveel mensen zijn er  niet die zeggen: ‘Maar ik ben niet creatief’, of ‘Ik heb geen goede ideeën?’

Misschien ben je dan geen gevierde kunstenaar en misschien kunnen je ideeën beter – maar je bent wél creatief en je hebt wél ideeën. Maar scheppen vraagt om een vrije, losse energie. Zoals dansen: dat gaat vaak minder spontaan als je de enige bent, er een spot op je gericht staat en mensen kritisch staan te kijken. Hoe vaak gunnen we onszelf die energie?

Besef ook dat de Schifter geen werk heeft zonder Schepper. En de Schepper raakt nergens zonder Schifter. Maar dat betekent niet dat ze samen in één ruimte moeten werken. Neem tijd om te scheppen, en keer later terug om te schiften. Probeer ze niet tegelijk te doen, dat loopt gegarandeerd vast.
 

Hoe zit de balans op dit moment tussen Schepper en Schifter?

Hoe zou jouw leven eruitzien mocht je de twee betere in balans krijgen? In de 5-delige NLP opleiding (tijdelijk gratis) 'Het geheim van succes' onderzoeken we de zogenaamde 'succes-strategie' van Walt Disney. In de context van doelen stellen en je leven in balans krijgen is dit een zeel waardevolle oefening.

Schrijf je hier in voor de gratis opleiding

Het ziet ervan buitenaf vaak beter uit

Wij die elk detail van ons werk kennen, zien ook de vele gebreken. Maar iemand die er fris inkomt, ziet die zaken meestal niet. Anderen kijken naar wat zij eruit willen halen, en niet naar elk detail.

Een klassiek voorbeeld is sociale media. We krijgen de mooie delen te zien en daaruit destilleren wij een beeld. Terwijl de persoon achter de façade kijkt, en zich misschien zelfs niet kan voorstellen dat mensen niet door de illusie prikken.

We weten dat een film gespeeld is, en toch raakt het ons. Zelfs theater kan ons transporteren naar een andere wereld. Met andere woorden, onze geest vult zelf in en photoshopt – wanneer we dat willen.

En omgekeerd, als we gebreken willen zien, dan vinden we er.

Perfectie ligt dus niet in het ding zelf, maar bij de toeschouwer. De vraag is dan, wie is je publiek?

Wie zijn ze voor je? Je competitie kijkt anders dan je fans – en daar ergens tussenin liggen meestal je toekomstige fans en competitie. Wie moet er overtuigd worden?

En nog: wat willen ze terugvinden in wat je brengt? Als daaraan beantwoord is, tellen de andere aspecten vaak minder.

Denk aan een schilderij. Eén persoon wil kleuren zien, expressie en energie. Die let minder op perspectief en vorm. Terwijl iemand anders net houdt van realisme, zo getrouw mogelijk. Die ergert zich mogelijks aan de nonchalance van de uitvoering.

Bij een tekst. De ene zoekt iets vernieuwend, de andere is gecharmeerd door een goede verwoording.

Van buiten zien de dingen er vaak beter uit, mensen zien de beperkingen minder.

Zoek kritiek en afwijzing ipv ze te vermijden

Eén blik op de media volstaat om te zien dat mensen voortdurend worden afgebroken en aangevallen. Politiek, entertainment… en die mensen blijven staan – en verder gaan.

Hoe hoger je profiel, hoe meer aandacht. Daarbij hoort ook negatieve aandacht. Als je in zo’n omgeving en op hoog niveau wil opereren, moet je een vel kweken dat daarbij hoort. Of zoals Tony Robbins zegt: ‘Bigger life, bigger problems’.

Hoe meer je kritiek probeert te vermijden, hoe gevoeliger je ervoor wordt. Je vel wordt dunner. Wat je niet meemaakt, wordt groter dan het werkelijk is. Zelfs wanneer kritiek pijnlijk is, gaat het ook voorbij. Emoties zakken en de dag erna is het een stuk makkelijker.

Hoe meer je het opzoekt, hoe meer je merkt dat het reuze meevalt. Het zijn maar woorden. En wanneer je het zoekt, voelen anderen ook dat je sterk staat en gaat het venijn eruit.

Veel mensen weten dat wel maar zoeken het toch niet actief (genoeg) op. Het is een gewoonte, zoals sporten en op tijd opstaan.

Heb je nog steeds schrik? Eén mogelijke herkadering is dat je verbetering zoekt. Wat kunnen anderen jou leren? Dat wil niet zeggen dat je alles moet nemen – enkel wat je wil en kan. De rest kan je laten.

Er zijn ook grenzen aan hoe ver je meegaat in wat iemand je kan meegeven. Er zijn nu eenmaal mensen die niet voor jouw stijl of manier van werken gewonnen zijn, wat je ook doet. Als jij rechtuit bent willen ze dat je diplomatischer bent. Als je kleurrijk bent wat zwart-witter. Als je gedetailleerd werkt willen ze meer big picture. Feedback gaat over hoe je jouw stijl nog kan versterken en verdiepen, niet hoe je hem kan afvlakken en verraden, of iemand anders worden.

Wie moet je zijn en voor wie? (Oefening)

Tijdens lifecoaching sessies kijken we vaak welke overtuigingen er aan de basis liggen van perfectionisme en uitstelgedrag. Deze overtuigingen zijn vaak niet bewust, dus laten we samen een oefening doen om ze te achterhalen. Voor wie of wat moet je eigenlijk de dingen doen? Klik op de video om de oefening samen te doen.